Bergachtig land op de grens van Azië en Europa
Het bergachtige Armenië, piepklein, ligt op de grens van Azië en Europa. Geografisch behoort het tot Azië, maar qua cultuur en historie voelt het zich Europees. Grenzend aan Georgië, Azerbeidzjan, Iran en Turkije heeft het geen toegang tot een zee. Nog een feitje: hoofdstad Jerevan is een van de oudste steden ter wereld, de stad werd in 782 voor Christus gesticht.
Nu is het een van de armste landen ter wereld. Je reist er van noord naar zuid over smalle, hobbelige en kronkelende bergweggetjes, langs indrukwekkende bergkammen met toppen als haaientanden en dalen met diepe, groene kloven. Wanneer de zon opkomt en zich over de scherpe aftekening van de bergtoppen laat zien, wordt het bruine gesteente van de bergen in een warme, rode gloed gezet.
Op zo’n moment zou je bijna vergeten dat achter die bergen aan je linkerhand het omstreden staatje Nagorno-Karabach ligt. Daarmee ligt oorlog altijd op de loer, terwijl rechts buurland Azerbaijan voor de nodige spanning zorgt. Kom je daar voorbij, dan vind je een honderd procent gesloten grens met Turkije, met wie vrede een brug te ver blijft. Kortom: het landschap van het kleine Armenië is betoverend, maar de geschiedenis die hier ligt is zo oud als de Bijbel en doordrenkt van bloedvergieten. En dat maakt een bezoek interessant. Je bent nog één van de weinigen waarschijnlijk, tot dusver wordt het land vooral door Iraniërs bezocht, die er van wat meer vrijheid willen genieten.