Er zijn veel verschillende soorten campers waarmee je op campervakantie kan gaan. Bedenk vooraf goed bij wat je past, en ga altijd uit van vaste bedden voor iedereen. Dat scheelt ergernis en gedoe bij ombouwen.
Allereerst zijn er de compacte camperbusjes. Groot voordeel? Klein en wendbaar. Deze passen vaak op een gewone parkeerplaats en je betaalt minder voor een overtocht op de boot. Goed om te overwegen dus als je met je camper naar Scandinavië gaat!
Alkoofcamper
In de alkoopcamper slaap je boven de voorstoelen, in een vast bed. Een raam is dan zeker fijn, voor frisse lucht en een wat opener gevoel. In deze campers is vaak ook nog een tweede bed aanwezig, dus dan kan je met vier personen op pad zonder de zogenaamde treinzit om te moeten bouwen. Ehm, treinzit? Ja, zo heet dat zitje waaraan je ook eet en waarvan je ook een bed kan maken, maar dan moet je dat dus wel iedere dag opnieuw doen.
Integraalcamper
Ga je de bergen in? Dan is een integraalcamper extra leuk. Bij deze variant, die het meest op een echte bus lijkt, heb je veel ramen aan de voorkant. Goed voor het uitzicht dus. Het bed zit dan ook boven de voorstoelen, maar je laat het ’s avonds omlaag zakken. Voordeel is daarbij dat je bij een camper met hefbed de voorstoelen vaak kan omdraaien als extra zitplaatsen. In beide gevallen kan je het beddengoed er gewoon de hele dag op laten liggen.
Extra’s camper
Voor kinderen kan het fijn zijn een stapelbed te hebben, er zijn steeds meer campers die dat hebben. Overdag hebben ze dan ook een plekje om te chillen en zeker pubers vinden een eigen bed vaak wel fijn. De douche gebruik je zelden, en is dus minder relevant, behalve voor opslag van je was bijvoorbeeld! Een vriesvak is erg fijn (ook voor ijsjes in de zomer!) en met een oventje kan je zelfs broodjes bakken.