In het boek wordt duidelijk dat de tocht niet zonder offers is. De schrijfster laat haar zoon drie maanden achter om naar Japan te kunnen gaan. De wandelstok Kongozue (symbool voor Kõbõ Daishi)‚ wordt haar maatje, en zo legt Yvonne kilometers af door weer en wind. Ze loopt van slaapplek naar slaapplek. Onderweg ontvangt zij osettai‚ giften voor de pelgrim‚ van de bewoners langs haar route. Dit kan voedsel of geld zijn, of beiden.
Yvonne dompelt zich elke dag trouw onder de Japanse bevolking en gebruiken. Groot voordeel is dat ze de taal redelijk spreekt, zodat ze ook echt contact kan maken. Je voelt bij het lezen haar eindeloze doorzettingsvermogen en wil om deze tocht af te ronden. Hoewel elke dag het zelfde doel heeft‚ wéér een tempel bezoeken en daar haar gebeden te doen‚ ze geeft niet op. Achterin het boek vind je een Japanse woordenlijst die de vertalingen weergeven die gebruikt worden in het hele boek. Om het verhaal kleur te geven, zijn daar ook foto’s te vinden. Enig nadeel van deze aanpak is dat je een hoop heen en weer bladert, waardoor je soms uit het verhaal raakt.
Maar je als lezer ook spiritueel in het leven staat‚ zal je dit boek beter begrijpen dan wie dan ook. Jij als mens staat centraal en de wereld om je heen helpt om jouw levensverhaal verder in te kleuren. Yvonne is deze pelgrimstocht aangegaan aan als een blanco bladzijde en heeft er uiteindelijk een heel bijzonder mooi en (persoonlijk) leerzaam boek van kunnen maken.
Ook naar Japan?
Op de site van het Japanse tourismebureau vind je meer informatie over een (korte) kennismaking met de pelgrimsroute. Onder andere Tenzing Travel biedt reizen naar Japan aan. Vraag hier een gratis offerte op.