Tot dag 4. Wie weleens geprobeerd heeft langer dan 10 minuten in kleermakerszit op de grond te zitten weet dat je knieën, of je rug, je nek of je benen je al snel gaan gebieden toch echt te verzitten vanwege de opkomende en helse pijnen. Op dag 4 wordt verteld dat je vanaf dat moment niet meer mag bewegen, je ogen niet mag openen, je armen niet mag bewegen en je dus ook niet mag verzitten. De paniek slaat toe, want al tellend kom ik op zesmaal in een uur dat ik toch echt vind dat ik moet verzitten. Gedurende het volgende uur verga ik van de pijn in mijn knieën. Als ik stiekem door mijn wimpers naar mijn buren kijk, zie ik hen allemaal als perfecte Boeddha’s zitten. Dit kan toch niet de bedoeling zijn? En dus vraag ik een gesprek met de Ghandi aan. Rustig zit hij tegenover me. Ik leg hem mijn probleem voor waarop zijn reactie is: tja, negeer de pijn. Hij ziet mijn verongelijkte gezicht en voegt er toch maar aan toe: ‘but don’t torture yourself!’. Dan vraagt hij hoe vaak ik dan moet verzitten in een uur. Zesmaal. Goed, dan probeer je het volgende uur vijf keer, die keer daarna vier keer. Het klinkt gek genoeg als een geweldige oplossing. De man heeft zo’n rustige en heldere uitstraling dat je hem gewoon vertrouwd. Ik vraag hem voorzichtig of hij dan geen pijn meer heeft, dan weet ik tenminste of het vooruitzicht zonniger is. Hij lacht en zegt ‘everyone feels the pain. It just gets weaker.’ En je gelooft hem. Vastberaden en vreemd genoeg ook opgelucht verlaat ik de zaal.
Hij kreeg gelijk: na veel geduld, doorzetten, pijn en een gevecht tegen je eigen gedachten (soms liepen de tranen tijdens de meditatie over mijn wangen van fysiek dan wel mentale pijn) zit ik dan toch echt rustig anderhalf tot twee uur zonder ook maar iets te bewegen. De concentratie wordt steeds beter, de lessen werken verdiepend. En zo rollen de dagen voorbij. Afzien, berusting, afzien, berusting. Met als enige sparringpartner jezelf.
Als de stemmen op de laatste dag weer gebruikt mogen worden, blijkt iedereen met dezelfde vragen, onzekerheden, pijnen en ervaringen te zitten. Ook wel geruststellend. Ik spreek de enige andere buitenlander bij de mannen, een Rus, aan. Hij vraagt hoe ik het heb ervaren. Ik zeg dat ik het zwaar heb gehad, maar dat ik het als een waardevolle en positieve ervaring zie. ‘Really? I had a horrible time’, antwoordt hij. Maar feit is wel dat hij tien dagen volgehouden heeft. Wie weet komt het later nog.