Stroom kiest altijd de weg van de minste weerstand. Wanneer de lading niet direct wordt afgevoerd door de buitenkant, dan zoekt het een weg naar binnen. Zo kan de lading van de blikseminslag overspringen op de elektrische bedrading van het vliegtuig.
Oude vliegtuigen van aluminium vormen een perfecte kooi van Faraday. In die kooi zijn passagiers en apparatuur veilig voor de blikseminslag. Nieuwe vliegtuigen zijn echter gevoeliger voor blikseminslag. Dit komt door gebruik van andere materialen dan aluminium voor de buitenkant en door de grotere afhankelijkheid van computersystemen.
Moderne vliegtuigen worden niet langer gemaakt van aluminium, maar van lichtere kunststofvezels. Deze kunststof geleidt de blikseminslag slecht. Nu moet de elektrische geleidbaarheid dus op een andere manier worden gewaarborgd. Hiervoor worden speciale aluminiumverf, bliksemafleiderstrips en elektrische schakelingen, die de boordapparatuur tegen plotselinge stroomstoten moeten beveiligen, gebruikt. Ook worden de wanden van de brandstoftanks in de vleugels zodanig verdikt dat deze voldoende weerstand bieden aan de verhitting door elektrische stromen. Ook gebruiken de meeste vliegmaatschappijen tegenwoordig minder ontvlambare brandstof.
Door al deze maatregelen blijft de bliksem bijna altijd aan de buitenkant van het vliegtuig. Piloten en passagiers merken in dat geval niets meer dan een bliksemschicht en een luide knal. Als de bliksem toch een weg naar binnen vindt, kan de plotselinge stroombelasting zorgen voor kortsluiting van diverse computersystemen. Zonder een functionerende computer kan een modern vliegtuig niet in de lucht blijven. Gelukkig blijken de extra veiligheidsmaatregelen die zijn getroffen om te voorkomen dat de bliksem het vliegtuig niet kan binnendringen bijna altijd afdoende. Blikseminslag heeft voor verkeersvliegtuigen dan ook bijna nooit een fatale afloop. Dat kun je ook mooi zien in deze video waarin een vliegtuig van Qantas wordt getroffen door de bliksem en desondanks zonder problemen zijn weg kan vervolgen.